DE BOEKERIJ VAN MR. JOHAN MEERMAN 365 i zeldzame juridische stukken door zijn vader uitgegeven en door hem met dit deel verrijkt. In 1783 verschijnt 't eerste deel van zijn geschiedenis van Graaf Willem den Eerste 2), waarvan ’t vierde en laatste deel pas in 1797 verscheen. 11 September 1785 trouwt hij met Anna Cornelia Mol- lerus, die eerder gehuwd was geweest met Mr. Abraham Perrenot. In 17931794 publiceert hij „Eenige berichten omtrent Pruisen” waarin hij zijn indrukken van dat land weergeeft. Weer gaat hij op reis en in gezelschap van zijn vrouw bezoekt hij Denemarken, Zweden en Rusland, waar hij tot 1800 vertoeft. In 1801 geeft hij naar het in zijn bezit gekomen hand schrift van Hugo de Groot 3) diens Vergelijking uit, terwijl hij tevens een lezing hield „Over de blijken der godde lijke wijsheid welke de geschiedenis oplevert” (1806 te ’s Gravenhage verschenen). In 1806 geeft hij een briefwisseling van Hugo de Groot 4) uit, terwijl hem de eer te beurt valt door Koning Lodewijk benoemt te worden tot Directeur- Over een vermakelijke vergissing in deze verzameling zie men: Prof. E. C. van Leersum, Gérard van Swieten en qualité de censeur blz. 16. 2) Geschiedenis van Graaf Willem van Holland, Roomsch koning. 's Gravenhage 17831797. 4 dln. 8o. 3) Hugonis Grotii Parallelon rerum publicarum liber tertius.de moribus ingenioque populorum Atheniensium Romanorum, Batavorum, Ver gelijking der Gemeenebesten. Uit een echt handschrift uitgegeven, in 't Nederduitsch vertaald en met aanmerkingen opgehelderd. Haar lem, 1801 1803. 8o. 4) Hugonis Grotii Epistolae ineditae, quae ad Oxenstiernas patrem et filium, aliosque Sueciae consiliarios e Gallia missae, ac sub aus- piciis viri plurimum reverandi Jacobi Lindeblom, primum ecclesiae Lincopiensis antistitis, jam archiepiscopi Upsaliensis, ex authentico exemplari, quod in bibliotheca Lincopiensi servatur, descriptae, nunc prodeunt, ex Musaeo Meermanniano. Haarlem, 1806. 8o.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 398