Die opvatting heeft zich een oogenblik baan ge
broken, toen aan het departement van Binnenlandsche
Zaken als hoofd der afdeeling Kunsten en Wetenschappen
een energiek, vaderlandslievend man als Victor de
Stuers stondmaar reeds na een dertigtal jaren werd
de fraaie zaal tot haren vroegeren onoogelijken staat
teruggebracht.
De fraai vergulde dorische kolommen, welke volgens
de Fonseca dichterlijke namen droegen en wel van liefde,
getrouwheid, vrede en eendracht, waarschijnlijk omdat
deze deugden den Staat dragen 1), zijn thans tot aan de
zoldering met wit geschilderde planken omkleed. Ook de
schoorsteen is op die wijze onzichtbaar gemaakt en een
stuk gespannen doek bedekt het bovengedeelte, waar
het schilderstuk van Lievens is of was Van de
zoldering is slechts bij de vensters eene zeer kleine strook
te zien. De schending der zaal „over welcker schoon-
heyt de Koningh” (Karel II bij zijn afscheidsbezoek aan
de Staten van Holland op den eersten Juni 1660) „ver
wondert was”2), is ergerlijk om te aanschouwen. (Oct.
1923).
Keeren wij naar den toestand in 1655 terug. Het
verblijf der Gecommitteerden sloot zich aan bij den
lagen toren, waarin de Raadpensionnaris zijne werkkamer
had, welke door een wenteltrap in verbinding stond
met de vergaderzaal. In den grooten toren waren ge
lijkvloers de bureelen van ’s pensionaris klerken. Later
DER STATEN-GENERAAL
25
Mr. Willem van Velden, die in zijn „Hof-Tapijt tot cieraed van
de nieuwe gewelfde Staet-zael van 't vrije Batavia” (1659), en Mr.
Jacob van der Does, die in zijn ,,’s Graven-Hage” 1668, het Bin
nenhof in dichtmaat bezingen, vermelden deze bijzonderheid niet.
2) Verhael in forme van Journael, van de Reys ende ’t vertoeven
van den zeer Doorluchtige ende Machtige Prins Carel de II, Koning
van Groot Britannien etc., welcke Hij in Hollandt gedaen heeft, sedert
den 25 Mey, tot den 2 Juny 1660.