DE BOEKERIJ VAN MR. JOHAN MEERMAN
372
eerste deel bevat de Grieksche, het tweede de Latijnsche,
het derde de Romaansche, het vierde de Nederlandscheen
het vijfde deel de Oostersche handschriften. Nederland,
wakker geschud door de Berlijners, trachtte ook nog een
deel van de handschriften van Thomas Phillipps machtig
te worden, maar slaagde er niet in ook maar één hand
schrift uit de verzameling van Meerman terug te koopen.
Wat in 1888 door het rijk aangekocht werd waren vooral
stukken uit de verzameling Musschenbroek (in 1826 ver
kocht). Geen bibliothecaris was het, die deze stukken naar
Nederland terugbracht doch de welbekende Utrechtsche
archivaris Mr. S. Muller, dienog metgrootemoeilijkheden
te worstelen had voor hij enkele bibliotheken en archie
ven kon verrijken met deze oorspronkelijke Neder-
landsche stukken. Van wat uit deze collectie aan de
Leidsche Universiteitsbibliotheek werd toebedeeld, gaf
Dr. Sc. de Vries een overzicht in No. 11 van den
Nederlandschen Spectator, jaargang 1890. De Konink
lijke Bibliotheek verkreeg No. 1129, 1136, 1136a, 1141,
1271, 1272, 2639, 2906, 3213, 3236, 3245, 3314, 3315,
3318, 3320, 3947, 8406, 8804, 9757, 10676, 11588,
11848 en 11853 uit den Catalogus van Thomas Phil
lipps.
Dat de Belgische 2), Fransche3), Italiaansche en Britsche
regeering-1) ten slotte getracht hebben het voor hun
S. Muller, De aankoop der Hollandsche handschriften van Sir
Thomas Phillips te Cheltenham. „Bijdragen voor vaderlandsche ge
schiedenis en oudheidkunde. 3e Reeks. V. blz. 104 enz.” en G. Huet,
Bibliothèque de l’école des chartes1888, blz. 701 enz.
2) Zie Centralblatt für Bibliothekswesen, VI. Lpz. 1889. S. 418, 508.
3) Omont, Manuscrits relatifs a l'histoire de France conserves dans
la bibliothèque de sir Thomas Phillips, Paris, 1889.
Centralblatt für Bibliothekswesen, VII. Lpz. 1890. S. 167.
Engeland besteedde 20.000