391 OP LEVEN EN DOOD Een episode uit dien strijd, nl. een pleit voor het goed recht van de volkstaal, gaf ik in den Navorscher, jaarg. 1923. tot de kust verlengd, waardoor de communicatie tusschen de beide deelen nog slechts langs het strand met het uiterste gevaar mogelijk was. En straks zou na een inter mezzo van 2 maanden een van de meest geoefende legers onder bekwame leiding zijn krachten beproeven tegen het zwakke Leiden. Scheen het al roekeloos voor het benarde Holland den strijd te aanvaarden, het zou ge tuigen van de taaie volharding en den moed van de tactische en krachtige leiding en de fiere medestanders, om dien strijd tot een goed einde te brengen. Wat had de partij van den opstand te stellen tegenover de politiek van Spanje, die straks weer met energie en reuzenkracht zou worden geleid? Het was een zwakke schare, die de vaan der bevrijding hoog hieldzwak door gebrek aan eenheid en schaarschte van middelen. Eenheid aan de zijde van den opstand het zou in strijd zijn geweest met de historische ont wikkeling der samenstellende deelen. De Hollandsche steden hadden zich steeds beschouwd als elkanders mede dingers, slechts samengebracht in onderlinge bespreking door den strijd tegen een min of meer gevaarlijke macht den stroopenden kaper van Noord en Zuid, die handels- en visschersvloot belaagde en een gemeenschappelijk op treden ter zee noodig maakte; tegen vreemde natiën, die de Hollandsche koopmanschap kwalijk gezind waren en haar allerlei beletselen in den weg legdentegen den eigen landsheer zelf, die zware beden eischte, maar niettemin op datzelfde oogenblik de centralisatie-idee en zijn dynas tieke plannen voorstond en alzoo in de stedelijke rechten en vrijheden een lastige belemmering van zijn streven zag. Leiden, Delft, Dordrecht en Gouda stonden tegenover

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 425