elkander met heftigheid eigen belangen voor, waar het
gold de verbindingen te water, en Amsterdam en Haarlem
zouden in dat koor hebben meegedaan, zoo aan hun
grieven op dit oogenblik, nu zij aan Spaansche zijde
stonden, aandacht ware geschonken. De questie van den
overtoom aan den Leidschendam en de vaart over Gouda
kostte gedurende jaren aaneen zwaar hoofdbrekens aan
de meest handige politici uit de gezamenlijke magistraten,
om de tegenstrijdige belangen te verzoenen, terwijl in
Noord-Holland de animositeit tusschen Alkmaar en de
Westfriesche steden weinig geringer was.
En in dien kamp van strijdende elementen mengde
zich het Hof van Holland, dat als vertegenwoordiger
van den landsheer naast den stadhouder in de afschadu
wing van het souverein gezag steeds een eerste plaats
had bekleed en thans in zijn positie van ondergeschikte
aan den wil der Staten zich kwalijk voegen kondat
zich verontwaardigd toonde tegen de steden, die thans
een deel van de rechten, welke immer dit college toe
kwamen, aan zich trokken. Was het wonder, dat dit
Hof, eenmaal in hoogheid gezeten, terugverlangde naar
de vleeschpotten van 't vrediger Egypte van weleer en
in een ernstig schrijven op die algemeene verdeeldheid
wees dat de raden bruusk in opstand kwamen tegen
de hen verdringende macht en een van hen in drift zelfs zijn
commissiebrief verscheurdedat ze slechts oog hadden voor
een meer centraal bewind van Hof en Stadhouder en dat
dus van die zijde einde Maart 1574 de aandrang kwam
wellicht met het oog op ’s Prinsen wankele gezond
heid en ’t levensgevaar van zijn broeders gedurende den
reeds aangevangen veldtocht tot het kiezen van een
eventueelen opvolger van den Stadhouder 2) en tegelijker-
OP LEVEN EN DOOD
392
Bijlage A.
2) Bijlage B.