OP LEVEN EN DOOD
397
I
bevestigen door het verlies van de schans bij Vlaardingen.
Ziedaar het gehalte van velen van 's Prinsen krijgs
oversten in den strijd tegen de geschoolde strategen
van Spanje.
Zóó verward, zóó pijnlijk, zóó hopeloos schier was
de algemeene toestand. Maar op Den Haag drukte de
last der omstandigheden in dubbele mate, daar het nog
bovendien de verschrikkingen van den krijg op eigen
bodem zien zou, terwijl het reeds gedurende het eerste
beleg zoo zwaar was getroffen. De geweldige verliezen,
die de arme inwoners toen hadden geleden, de ver
bijstering bij den eersten plotselingen overval, wij leeren
ze kennen uit een ongedateerd plakkaat van den Prins
tot bescherming van de oude Residentie tegen de roove-
rijen van eigen soldaten en de met hen samenspannende
krachten, uitgevaardigd bij de ontruiming door de Span
jaarden op den 22en Maart 1574 of bij de eerste ge
ruchten van hun aanstaand vertrek 1). Tot het tijdstip
van den eersten overval van Den Haag toch waren
„veele ende verscheyden borgeren ende ingeseetenen
aldaer, wesende der gemeene zaecke ende welvaeren
derzelffder van denzelfden landen zeer wel toegedaen, met
wijff ende kinderen binnen den voorseyden Hage-
blijven zitten ende hadden aldaer huere gewoonlicke resi
dentie gecontinueert-zyende dat men dezelffde
plaetse poochde met groote coste te beschanssen ende te
fortifieren. Ende oversulcx betrouwende doer Ghodts
gratie bij t garnisoen, doen ter tyt aldaer leggende, tegens
d invasiën van die voorseyden vijanden gedefendeert ende
buyten pericule gehouden te moghen worden, op welck
Alg. R. A., portef. Hof 4592, „Ingek. en uitg. missiven". Wij
moeten het stuk waarschijnlijk dateeren tusschen 3 en 22 Maart. (Zie
Geuzentijd, blz. 227, 229).