400
OP LEVEN EN DOOD
op het Buitenhof. Met behulp van deze krijgsmacht
hoopten de suppoosten van den Hove, die bij het wel
zijn van Den Haag ten hoogste geinteresseerd waren,
de rust te handhaven en daardoor de mogelijkheid te
openen, met ’s Prinsen toestemming in Den Haag weer
hun oude residentie te vestigen, terwijl het aanwijzen
van een eventueelen opvolger van den 'Prins de stabi
liteit in het landsbestuur zou versterken.
Maar het schijnt, dat de ontruiming door Munters
soldaten niet zoo spoedig geschiedde, als de suppoosten
van den Hove, en ongetwijfeld ook de achtergebleven
burgerij, wel hadden gewenscht. Eenigen tijd daarna
althans vinden wij ze er nog, of wellicht weder inge
legerd, tot groote ontevredenheid der bevolking. Ook
de bewaking door suppoosten van den Hove en de
burgerij samen, onder leiding van een raadsheer en een
lid van de Rekenkamer, waarvan als voornemen reeds
in het schrijven van den 27en Maart en in de overeen
komstige commissie was melding gemaakt, bleek bij de
heeren commissarissen al spoedig ernstige bezwaren te
ontmoeten, althans in een missive van den 30en Maart
schrijft de griffier, dat overeenkomstig het door den
Raadsheer Nieuwburg opgeworpen plan het Hof „tot
noch toe tsaevonts een uuyten onsen ende een van der
Reeckeninge in Hollandt met omtrent twintich suppoesten
naer Den Haege gesonden [had], omme aldaer den nacht
wacht te houden ende te verhoeden, voer zoe veel
doenelick waer, allen inconvenienten, die souden mogen
emergeren deur den soldaeten, aldaer liggende, ende
omme deselve beter in officio te houden.” Maar, gaat
hij voort, de meeste suppoosten wonen in Den Haag
niet meer en hebben er geen verwanten, zoodat men
verplicht is ,,te gaen teeren op t Hoff ten logyse van
den casteleyn”, wat groote kosten met zich bracht,