OP LEVEN EN DOOD 403 saecken niet beeter ter harten wilden trecken” ende beclaechde meede seer, dat die van Leyden egeene knechten en wilden inne neemen, ende dat sommigen dair inne heur devoir meede wel beeter behoorden gedaen te hebben, denoteerende eenigen mijn Heeren beeter bekent, dan hier dient geseyt”. 1) „Van Graaf Lode- wijck is t hier seer stil,” schreef Ernst verder, „ende ic kan alsnoch geen recht bescheyt van denselffden ver- neemen.” Maar voor den Prins was dat alles geen mo tief, zich ook maar tijdelijk aan de regeling van zaken te onttrekken. Dien dag had nog op zijn last een con ferentie in den Doelen plaats met „alle die principael- sten van de stadt” en „alle die schutters”, waarna nog tot negen uur de vergadering met de Staten duurde „eer hij ginck eeten, omme in als goede ordre te stellen.” „Goede ordre in als.’’ Die zorg was noodig, want dreigend waren de krijgstoerustingen van den vijand, ook naar de zuidzijde van het opnieuw aangetaste Lei den. Den 26sten Mei hadden de Raden van den Hove, die sedert Februari ’73 te Delft resideerden, een brief aan den Prins afgezonden, voorafgaande aan dien, waar van de griffier Ernst in zijn zooeven aangehaald schrijven gewaagt. Hans Maertensz, een bode uit Leiden, had toen juist de tijding te Delft gebracht, „dat die viant dese nacht tot Leyderdorp mit omtrent seventien vendel knechten geweest es ende aldaer seecker ons vendel, dat hem uuyt Leyden daer begeven hadde, nedergeleyt heeft ende dat hij voorts ’t ooch nae den Leytssendam ende herwaerts heeft ende sulcx te besorgen es, dat hij die schanssen hieromtrent leggende, die alle bloot zijn van sol- Bericht van den griffier aan de Raadsheeren van den Hove, geschreven „tot Dordrecht ’s morgens te 7 uuren in de earner van Zijner Excellencie den XXVillen May 1574’’. Alg. R. A. Portef. Hof 4592.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 437