404 OP LEVEN EN DOOD Hof 4592, Missiven. 2) Honselaarsdijk. 3) R. A. Hof 4592. daten, innemen sal ende ons hier weder seer benauwen”, waartegen zij ’s Prinsen bescherming inriepen, opdat zij ,,nyet weder van den selffden viant benaeut en worden, gelijck (sij) die voorleeden winter geweest zijn”. Maar de Prins was tot het verleenen van hulp niet bij machte. De geldmiddelen waren schaarsch en de aangeworven troepen bleken niet in staat den vijand ernstig afbreuk te doen. Voorshands was het slechts mogelijk verdedigend op te treden, beslag te leggen op de aanwezige voorraden en te beletten, dat den Span jaarden toevoer werd gedaan. Den 26en Mei werd daarom door die van den Hove aan Lodewijk van de Binkhorst, den slotvoogd van het kasteel Honsel, gelast, „den bailliu van Delfflandt assistentie te doene in t aff- branden van alle de moellens in desen quartiere”, waar aan hij ook „in alder vlijticheyt” gevolg zou hebben gegeven, ware het niet, „dat de cappiteyn van Delft met een burgemeester van Delft alhyer tot Wateringen, den Dijck 2) ende Naeltwijck alle de ijssers uuyte moellens genoemen heeft ende oversulcx voorts laeten staen,” het- welck, zegt Binkhorst in zijn antwoord, „gheen quartyer uuyrs voor de receptie van Uwen bryeff geschyet is.” Ook die kale rompen vond hij blijkbaar zelf niet zonder gevaar, doch hij scheen besluiteloos wat te doen. Immers, en dit teekent weder den toestand, hij durfde van de bezetting van zijn slot, die uit slechts veertien man schappen bestond, geen soldaten te laten gaan, „van vreesse, dat ze mij ontloopen souden, gelijck mij hyer voormaels geschyet is.’’3) Inderdaad was het strategisch vrij zwakke kasteel

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 438