een vrijgeleide rondliepen, behoorlijk geteekend door den Prins, die waar wij bij hem als staatsman en deugdelijk menschenkenner niet een te onbeperkt ver trouwen mogen veronderstellen, wellicht in de hoop door een tegemoetkomend optreden den achterafstaande voor de zaak der vrijheid te winnen wel wat al te veel door de vingers scheen te zien, méér dan in het algemeen bijv, de Raden van den Hove konden goed keuren, die herhaaldelijk op scherpere controle aan drongen en nauwlettend op de verdachte elementen toe zagen. Den 16en Juni ’74 waarschuwden zij daarom den baljuw van Rotterdam, dat te Delft was aangehouden doch na onderzoek weder op vrije voeten gelaten iemand, „die eertijts lackey geweest es van de graeff van Boussu en hier gecoomen es met eenen Antonio Pauli, con- chierche van den huysinge van de voors(eyde) graeff van Boussu tot Brussel ende met eenen mr. Willem Silvius, welcke voors(eyde) Antonio ende Silvius paspoert hadden van de Exc(ellentie) van de Prince van Orange, omme hier te moegen coomen, sonder dat die voorseyde persoen, eertijts lackey van den voorseyden graeff, passe- poert hadde.” Men was evenwel van al te goed ver trouwen geweest, want nauw was de vogel gevlogen, of de heeren van den Hove hadden van eenige Hage naars vernomen, dat de verdachte zich „zeer viantlick jegens die gemeene saecke gedraegen heeft ende sulcx oic bij den voorseyden graeff van Boussu eertijts in 't leeger van de Exc(ellentie) van de voors(eyde) Prins van Orainge, doen dieselve d eerste reys over Maes geco- men was, als verspieder tot drie ofte vier reysen ge- sonden es geweest in t leeger van Zijner voors(eyde) Exc(ellentie).” Inmiddels had men den gevaarlijken reizi ger te Delft echter tevergeefs gezocht, waarom het Hof den Rotterdamschen baljuw’ opdroeg, daar den verdachte OP LEVEN EN DOOD 406

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 440