OP LEVEN EN DOOD
413
Bijlage N.
2) Groen, Archives IV blz. 325.
3) Valdez aanRequesens 18 Sept. 1573. Corr, de Ph. Ill, dl. Ill, blz. 159.
van ’s vijands plannen. Reeds hadden de Spanjaarden
kans gezien in de afgeloopen dagen hun front tot bij
den Hoorn, halverwege tusschen Delft en het huis Ke
nenburg, vooruit te brengen en daar een schans op te
werpen, die weliswaar nog niet rechtstreeks de verbin
ding met Rotterdam bedreigde, doch aan het benarde
Delft nog slechts één toegangsweg open liet. Nog één
dergelijk succes en het was met de communicatie van
Delft gedaan geweest. En het Hof, het pijnlijk gekort
wiekte college, maar dat niettemin in dezen gevaar-
vollen tijd, dank zij de enkele krachtige en eminente
persoonlijkheden, die het onder zijn leden telde, steeds op
de bres stond en ook in de krijgskundige aangelegen
heden door zijn adviezen een beduidend aandeel nam,
wendde zich dus om uitredding tot den Prins en drong er
op aan „die van Schiedam ende andere des noot te be-
veelen heur sluyse te openen, omme sulcx waeter in’t landt
te leiden ende daer deure den viandt soe veel doenelick
es te beletten, omtrent dieselve Schie niet te schansen.” x)
Hiermee was het tweede beleg van Leiden een nieuw
stadium ingetreden, den tijd, dat men van het water
zijn behoud verwachtte. Bij den Prins, die niets liever
deed dan onmiddellijk tot de inundatie over te gaan,
vond het verzoek een gewillig oor. Reeds in het najaar
van 1573 toch had men ten behoeve van de verdediging
van Delft een deel van Delfland onder water gezet2)
en de Prins had toen op grooter schaal willen inun-
deeren en zelfs reeds order gegeven de Maaslandsluis
te openen, toen hij voor den aandrang der Staten bezweek
en tegenbevel zond.3) Dat de Staten dien maatregel als