Zoo was de commissie dan in ’s Prinsen logement
aangekomen, „ende gecommuniceert hebbende met Zijner
Ex(cellencies) medecijn ende den secretaris Bruninck
en hebben die selve nyet geraeden gevonden, daerom
Zijner Ex(cellen)cie moyelijck te vallen uuyt saecke,
dat dieselve Zijner Exc(ellencie) alsnu an de beterhandt
was ende van Zijne co(o)rts verlaeten, mits ’t welck
den medecijn beducht was, dat dieselve co(o)rts deur
t vernemen van sulcke zwaricheyt soude moegen recur-
reren; hebben niettemin de voors(eyde) medecijn ende
secretaris belooft ter eerster oportuniteyt mit soeti-
cheyt Zijner Exc(ellencie) van t gundt voors(chreven) es
advertentie te doen.” Een daaropvolgend samenzijn met
den uitgeweken Leidschen secretaris Gerrit Meliszoon, te
diens huize gehouden, gaf aanleiding tot het besluit, het
resultaat der gezamenlijke besprekingen voor te dragen
aan de vergadering van den Raad van Admiraliteit, die
dien middag te twee uur bijeen zou zijn. Het slot van
deze Rotterdamsche besprekingen was het besluit, dat het
Hof met de Delftsche Magistraat verdere plannen zou
ontwerpen betreffende de doorgraving van de Land
scheiding, (ondanks de zienswijze van Paulus Buys en
’s Prinsen raad Wasteel, die iedere handeling nog ontijdig
achtten, omdat de vijand zijn maatregelen in overeen
stemming zou kunnen brengen met het inundatieplan
vóór de aankomst van de Zeeuwsche vloot) terwijl men
verder den inmiddels gewaarschuwden afgevaardigden ter
Staten-vergadering uit Dordrecht, Gouda en Delft de
verzekering wist te ontlokken, dat deze het plan met
kracht zouden voorstaan.
416
OP LEVEN EN DOOD
b Al weer is het opmerkelijk wat Bor vertelt, dat op dezen 3en
Sept, de Hildam door Goudsche vrijbuiters wordt doorgestoken. Vrij
zeker ontwaren wij hier weer den invloed van het Hof.