OP LEVEN EN DOOD 418 het water Bijlage P. Raden gekomen en rijkste passage een werd een conferentie met de Delftsche magistraat ge houden en misschien overleg gepleegd met de Staten of 's Prinsen Raad. Dat was de aanleiding tot een plakkaat, waarbij door Hof en Magistaaat en namens den Prins aan alle suppoosten van den Hove, aan de gehoorzame burgers en huisluiden binnen Delft werd gelast, zich terstond van gereedschappen te voorzien en zich naar den Maasdijk te spoeden, teneinde de gaten te ver- breeden en de toetreding van het water gemakkelijker te maken, vooral ook ten behoeve van de Zeeuwen, die „hen tot dien eynde alreede hier in Hollant ge vonden hebben.” Voor Bronkhorst zelf kwam de hulp van te laat; vijf dagen na het schrijven van den bovenaan- gehaalden brief overleed hij, plotseling weggerukt uit zijn bedrijvige functie, waarin hij met ijzeren hand steeds alle geest van oproer en verzet had weten te verstikken. Gelukkig wist de magistraat zijn taak op waardige wijze te doen overnemen, al duurden de vier weken, die het ontzet nog op zich wachten liet, pijnlijk lang. Doch den 3en October was voor Leiden de langverbeide verlossing eindelijk aangebroken, al zouden de hoogere geestgronden nog eenigen tijd de aanwezigheid van den vijand moeten dulden. Wel spraken de notulen van de Statenvergade ring van den 5e° Oct. van „het ophanden vertreck der vijanden langs de stranden” en meldde het Hof den 7en dier maand aan den Prins, hoe dit college „op huyden nanoen bij eenige, comende uyt Den Haege, geadver- teert (was), dat op huyden voor den noen twee vaen- delen Duytschers uuyt den voors(eyden) Hage ver- Barthold Ernst had van de belang- extract achtergehouden x). Terstond

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 452