DER STATEN-GENERAAL
29
van die dagen, Engeland, dat zich ook hier in onze
zaken wil mengen.
De wanden van de zaal zijn in nissen, vijf in de
lange, drie in de korte zijde, verdeeld door in den muur
gevatte, met verguld lofwerk versierde Corinthische
pilasters. In den oost- en den westmuur was in het midden
aangebracht een monumentale, tot de zoldering reikende
schoorsteen met gebogen, vergulde frontons bekroond.
Die schoorsteenen zijn ongeschonden behouden. In de
frontons houdt rechts en links een klimmende leeuw
een schild op met het wapen van Holland, een roode,
klimmende leeuw op gouden veld. In iederen schoorsteen
is in rijk betimmerde, zwaar vergulde, in den wand
gevatte lijsten een schilderstuk. Dat aan de oostzijde,
geschilderd in 1664 door Jan Lievensz, stelt den Oorlog
voor, in de gedaante van een geharnasten, woest uit-
zienden Mars, met getrokken zwaard; dat aan de west
zijde den Vrede, eene blonde jonge vrouw, die eene
duif in haren schoot houdt en door jeugdige, uit de
wolken nederdalende engeltjes met laurieren bekranst
wordt. Eene eerbare Haagsche juffrouw had als model
voor deze vredemaagd gezeten en ontving daarvoor
van de Staten een geschenk van duizend gulden. Dit
schilderij, van Adriaan Hanneman, draagt duidelijk lees
baar het jaartal 1669. Uit de data dezer schoorsteen
stukken ziet men, dat er verscheidene jaren verliepen
eer de zaal geheel was voltooid en in hare smaakvolle
en weelderige inrichting prijkte, welke alom werd ge
roemd.
Er waren nog twee omstandigheden, welke moeilijk
op te lossen bezwaren deden rijzen en mede hebben
bijgedragen, dat er een tien tot twaalf jaren verliepen,
alvorens de vergadering voor goed in de zaal was ge
ïnstalleerd. Wanneer de Staten er niet konden ver-