r.
BIJLAGE F.
Hof 4592.
3 Juni 1574.
7
van Barthold Ernst.)
An die Commissarissen Zijner Exc(ellentie) binnen Leyden
mitsgaeders Baliu, Burgemeesters ende Regeerders aldaer.
Die van den Raede ende van de Rekeninge.
Eedele, seer vroeme, eersaeme, wijse, voorsienige
Heeren ende bisonder goede Vrunden.
Wij hebben diverse advertissementen, dat die schepen van Antwerpen,
meenende eenige anslaegen alhier op Hollant te doen, bij die van Vlis-
singen ende Der Veer ende andere onse toegenegen vrunden sulcx anne-
gevochten zijn, dat daer 14 schepen gevangen ende acht verbrant ende
die rest van de vianden verstroyt zijn. Van gelijcken hebben wij scrijven
ende advertissementen uuyt het Noorderquartier, dat onse soldaten aldaer
bij Wormer needergeley t hebben acht vaendelen knechten van de vianden.
Insgelijck hebben onse soldaeten, deur last van Zijne Exc(ellentie) uuyt
die schans van Vlaerdinghen vertrocken ende daernaer weeder deur
last van deselffde Zijne Exc(ellentie) nae de voors(eyde) schans ge-
keert zijnde ende in deselffde schans vindende omtrent twehondert
soldaten van der vianden, dieselve overvallen ende daer veel van
needergeleyt ende eenigen vianden tot Rotterdam gevangen gebrocht
hebben, als Uwe E(dele) tselve eensdeel sullen moegen versien uyt
copie van deselve missive, bij die van Schiedam op gister an ons
ges(chreven) ende welcke goede tijdinge wij hier geluyt ende uuyt
die tooren op gister geviert hebben, omme dairdeur die goeden te
animeeren ende die vianden een schrick ende vreese anne te jaegen;
van alle ’t welck wij Uwer E(dele) wel hebben willen adverteren, ten
eynde Uwer Edele van de voors(eyde) goede tijdinge meede soude
moegen adverteren die goede gemeente tot Leyden ende andere
d Exc(ellentie) ende onse saecke toegedaen te certi(fi)eren dien t U
moegelick wesen sal, opdat zij van de voors(eyde) goede tijdinge
Godt Almachtich loeven ende daneken ende voorts bidden, dat zijn
Godheyt onse saecke tot een goet eynde believe te brengen. Ende
wes wij vorder vernemen, sullen U in als in diligencie adverteren
ende voorts alle bijstandt doen ons moegelickende gelijck begeren
wij, dat Uwer E(dele), soe verre Gij verneempt van eenige aenslaegen
van vianden, ons dairvan mede te willen verwittigen, omme sulcx
t saemenlick goede correspondentie in als te houden. Ende hiermeede etc.
Ges(chreven) tot Delft den 3 Juny 1574.
(Hand