BIJLAGE N. den Prins. 24 Juli 1574. Hof aan Alsoe di viandt op huyden hem op de Hoorn beschanst heeft ende wij in t seker uuyt cuntschap ver(staen) hebben, dat die viandt van meeninge soude zijn voorts eenige schansen op te werpen tot aen de Schie omtrent het galgevelt, waerdeure wij seer benauwt souden worden, omme egeene correspondentie met Uwer Exc(ellentie) en andere steden te mogen houden. Ende gemerckt daer uuyt geschaepen soude zijn veel ende diversche inconvenienten te coemen, soe hebben wij Uwer Exc(ellentie) hiervan wel willen adverteren ende versoucken, dat dieselve Uwer Exc(ellentie) believe die van Schiedam ende andere des noot te beveelen heur sluyse te openen, omme sulcx waeter in t landt te leiden ende daer deure den viandt te schansen, ofte sal Uwer Exc(ellentie) believen dienthalven andre seeckere ordre te stellen, gelijck dieselve ten meesten oerbaer van t landt bevinden sal te be horen. En t soude onder correctie niet quaet zijn, dat Uwer Excel lentie) die van Delff wel ernstelycken belaste, selffs een schans om trent het galgevelt op te werpen, omme die viandt sulcx een voordeel daeroff te sijn, want anders te beduchten es, dat die viandt daer selff een schans op werpen sal, tot groot verdriet van die van Delft ende andere daeromtrent leggende steden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 471