sparen, moet er niet op kunnen rekenen des winters bij de werkverschaffing in dienst te zullen treden, want zoo doende bestaat bij hem geen reden de noodige spaarzaam heid in acht te nemen. De ondervinding heeft de Commissie reeds geleerd, dat het beginsel, waarvan zij uitgaat, heilzaam werktzij be gint jaarlijks in de maand December of Januari met meer dan honderd personen in haar dienst te nemen en in de maand Maart is dat getal gewoonlijk aanmerkelijk vermin derd, hoewel op dat tijdstip nog geen arbeiders worden ontslagen, wordende die vermindering alleen te weeg ge bracht, doordien onderscheidene werklieden langzamer hand ander en beter werk bekomen. Die vermindering zoude zeker niet worden verkregen, indien de arbeiders gemakkelijk en licht werk tegen een goed dagloon moesten verrichten. In de maand April ontslaat zij nagenoeg alle arbeiders, omdat alsdan mag worden aangenomen, dat ieder met eenige inspanning en goeden wil zelf werk kan krijgen. De verschillende Diaconieën moeten langzamerhand meer en meer overtuigd worden, dat de Commissie alleen in het wezenlijk belang van den minvermogende is daar- gesteld en moet aan personen, wier toestand eenige tijdelijke ondersteuning vordert, geen bedeeling toeleggen, maar dezelve plaatsen bij de werkzaamheden der Vereeniging. De minvermogende, wetende, dat hij geen bedeeling kan erlangen, maar voor zijn onderhoud moet arbeiden, zal er meer en meer tegen opzien, zich bij deze of gene Diaconie aan te melden en zoo doende zal een tweeledig doel worden bereikt a. de Diaconieën zullen langzamerhand worden ontlast; b. den minvermogende zal werk worden gegeven in plaats van bedeeling.” Tientallen jaren heeft de opvatting in deze aanhaling DE DUINCOMMISSIE 1847-1923 458 I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 493