462
DE DUINCOMMISSIE 1847-1923
Waalsch-Hervormden, Remonstrantsch-Geref., Oud-
Katholieken, Doopsgezinden en Christ. Geref. elk 1
Een enkele maal kwam het voor, dat een diaconie over
meer dan het haar toekomend aantal kaarten wenschte te
beschikken. De Commissie bewilligde hierin tegen betaling
van f 30.per duinkaart. De diaconie protesteerde echter
tegen dat bedrag. Zij meende, dat dit neer kwam op een
bedeeling van f 3.75 per week, hetgeen zij veel te hoog
achtte.
Het genoemde bedrag was echter statuair bepaald. Im
mers reeds kort na de oprichting der instelling werd vast
gelegd de tot 1922 in de reglementen voorkomende
bepaling: ieder, die voor een som van f30.— voor het
duinwerk bijdraagt, zal het recht hebben een arbeider aan
te wijzen, mits de aangewezen persoon tot het werk ge
schikt en door een der Kerkelijke Armbesturen aanbe
volen zij.
Gaarne is door particulieren van dit recht gebruik ge
maakt, De fam. Jochems, bijv., had wel jaren, dat zij 70
man naar het duin zond. Als tegenhanger zij vermeld, dat
zij, om een enkel jaar te noemen, in 1892 f 3050.in de
kosten bijdroeg. Ook de reeds genoemde Vereeniging tot
verbetering van den Werkenden en Dienstbaren stand
plaatste bij herhaling een aantal hater beschermelingen.
Op het bovenaangehaalde protest van diakenen ant
woordde de Commissie, dat ieder duinarbeider haar boven
die f 30.nog f 15.kostte, zoodat zij geen vrijheid vond
voor minder dan het statuaire bedrag diaconale werkers
toe te laten, de geldmiddelen toch eischten over het alge
meen groote omzichtigheid.
Dit laatste werd terecht opgemerktimmers de krach
tigste bron van inkomsten werd gevormd door dejaar-
lijksche inschrijvingen, die aan groote schommelingen
onderhevig waren.