Toen de Alg. Armenvergadering plannen voor werk verschaffing beraamde, verzond zij in 1847 uitnoodigingen tot het geven van een renteloos voorschot. Wie voor 1 Dec. 1848 zijn voorschot niet teruggevraagd had, er was echter slechts 26 van het ingezamelde voor terugbeta ling beschikbaar, werd geacht alles voor het goede doel te hebben afgestaan. In 1851 kon slechts 13 °/0 worden terug betaald en het is zelfs voorgekomen, dat de Commissie leden het tekort op de exploitatie uit eigen middelen moesten bijpassen. Gebruik werd jaarlijks 800 circulaires om steun rond te zenden. Het eerste jaar leverde dit f 4500.— op. In 1877 f 3700.-; in 1881 f 5047.— in 1882 f9213.- en in 1883, toen op voorstel van Jhr. Mr. W. Th. Gevers Deynoot 4000 circulaires verzonden waren, had men f11356.te innen. Nadien daalden de inkomsten weder; inzonderheid na 1893 door de oprichting der Vereeniging „Armenzorg” en „den Christelijken Volksbond” en bovenal na de invoering van de Rijksinkomstenbelasting in 1897, toen de hooge inschrijvingen geheel en al ophielden. In de oorlogsjaren hield de teruggang gestadig aan, zoo zelfs dat in het jaar 1922 slechts f 2966.ingezameld werd tegenover een post aan arbeidsloon van f 16874. en aan rentezegels van f517.—. Toch mag geconstateerd worden, dat de Commissie van den aanvang van haar optreden af, groote instemming bij de inwoners van ’s-Gravenhage heeft gevonden. De Koninklijke Familie, die tot voor een veertigtal jaren vele leden telde, deed tot de opheffing der in stelling, op inderdaad vorstelijke wijze van haar be langstelling blijken. Wijlen Prins Hendrik, de broeder van Koning Willem III, betoonde die, behalve door zijn jaarlijksche bijdrage in geld: f 200.ook nog DE DUINCOMMISSIE 1847 1923 463

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 498