uitbetaling de Commissie overging na het met den Direc teur van Maatschappelijk Hulpbetoon gehouden overleg. Alvorens verder over de beëindiging der exploitatie en de opheffing der instelling te bespreken, zij nog het vol gende onder de aandacht gebracht. Besloeg in 1847 het werkterrein 5 bunders, in het twin tigste jaar van haar bestaan had de Commissie reeds 25 hectaren woesten duingrond in vruchtbaar aardappelland mogen herscheppen. Die „zuivere aanwinst aan de armste natuur ontwoekerd”, die ontginning in bouwland zou echter omgezet worden in bouwgrond. Sedert toch nam het Rijk veel van het in vijf- of driejarige pacht uitgegeven terrein terug. Zoowel voor het kweeken van boomen, als voor het aanleggen der afzanderij, voor den bouw van den Watertoren en dien van de Cellulaire Gevangenis en den weg daarheen zijn door de Commissie ontgonnen gronden en akkers gebezigdzoodat van den vroeger uit gegeven domeingrond slechts een derde deel ter beschik king van de Commissie is gebleven. Voorloopig bleef de grond door de Gemeente verhuurd in gebruik, tot haar Bestuur, daartoe verplicht door de gestage uitbreiding onzer schoone stad, in 1911 ook opzegde de huur der ter reinen aan den Klatteweg. Het voortbestaan der instelling werd door die opzegging in hooge mate bedreigd. Het feit evenwel, dat de grond, waarop gebouwd was de woning van den opzichter en de nieuwe steenen loods de eerste in haar geheel, de laatste grootendeels een schen king van het Commissielid, Heinrich August Klatte in 1887 door de gemeente in erfpacht was afgestaan en dat deze erfpacht eerst in 1968 zou afloopen, had ten ge volge, dat de Commissie andere terreinen kon verlangen, zoodat de Gemeenteraad op alleszins voordeelige voor waarden in huur afstond 16 H. A. gronds, gelegen nabij de 466 DE DUINCOMMISS1E 1847—1923

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 501