I DER STATEN-GENERAAL 35 I departementaal bestuur van Holland verhuisde naar het Oude Hof, het tegenwoordig Koninklijk Paleis aan het Noordeinde. Het door den departementsdienst verlaten Staten kwartier schijnt onbewoond te zijn gebleven. In Januari 1808, toen het bevel was gekomen om het Paleis op het Binnenhof te ontruimen, rapporteerden de controleurs over de gebouwen van het Gouvernement in den Haag, dat de gebouwen, voorheen aan de vergadering en col- legiën van Holland behoorende, meest nog vol meubelen staan en andere goederen, waarvoor nog tijd zal be- hooren om ze te transporteeren, terwijl in Maart van dat jaar M. Horrix aan den Minister van Financiën verzoekt om de meubelen, door hem voor ’s Konings Paleis te Soestdijk gemaakt, te mogen plaatsen „in het bekend van ouds genaamd Collegie van Gecommitteerde Raden, dat nu leeg staat en welk verzoek wordt toe gestaan. Nadat de residentie des Konings in 1807 naar Utrecht was verlegd, werd het „Paleis op het Binnenhof” in 1808 van de domeinen van de Kroon tot die van het Rijk teruggebracht onder beheer van den Minister van Financiën, destijds Gogel. Deze stelde in een rapport aan dén Koning voor om een groot gedeelte van het Binnenhof, o. a. het voormalige Paleis der Graven d. i. de voormalige Loterijzaal, thans Grafelijke zaal, wegens bouwvalligheid en ter vermijding van herstellingskosten af te breken. Aan dit voorstel is geen gevolg gegeven maar het voormalig Statenkwartier, dat niet in de afbraak zoude zijn begrepen, werd spoedig daarop op bedroe vende wijze mishandeld. In Januari 1808 was eene aanschrijving gekomen om het Paleis in den Haag te doen betrekken door zoodanige personen „als tot deszelfs conservatie noodig

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 51