DER STATEN-GENERAAL
37
hof waaronder verstaan moet worden „de voormalige
Drukkerij” (het huis aansluitende aan den oosthoek van
de tegenwoordige Tweede Kamer) „het zoogenaamde
Nieuwe Gebouw en de geheele zijde van daar loopende
tot aan de hoek naar het Observatorium”, de groote
toren, „als mede het locaal door den gewezen Amerikaan-
schen Raad geoccupeerd” onder het Observatorium, ter
dispositie gesteld van den Minister van Oorlog. Reeds
24 November berichtte deze aan zijnen collega van
Financiën, „dat voor de Koninklijke Militaire Kweeke-
lingen van de 3<fe klasse, geëtabliseerd op het Binnen
hof, zal moeten gebruik gemaakt worden van de zalen
voormaals geoccupeerd geweest door de gewezen Staten
van Holland beginnende van het Observatorium tot aan
de Kapel” enz. Zeer waarschijnlijk had zich de opruiming
in het Binnenhof tot genoemde zalen uitgestrekt. Althans
vindt men, dat den 16den September in het openbaar wer
den verkocht twee in die localen gevonden koperen platen,
volgens Ising waarschijnlijk de platen, waarin het bezoek
van Koning Karei den Tweede van Engeland aan de Staten
van Holland en het hem aangeboden banket op het
Mauritshuis waren gegraveerd en die in de zaal van
Gecommitteerde Raden hingen. Bij het sloopen en ont
ruimen zal er wel het een en ander verloren zijn ge
gaan, zooals o. a. de wandtapijten, welke zich in de
verschillende localen van de oude Staten van Holland
bevonden en spoorloos verdwenen zijn. In 1802 waren
zij er nog, althans het „behangsel” der groote verga
derzaal, welke, naar Meerman zegt in zijne Vergelijking
der Gemeenebesten van Hugo de Groot lilde deel, bl.
264266, „nog met zijne verschooten verwen getuigt
wat het te voren geweest is.”
Volgens Bruining in zijne Description de la Haye
(p. 226) van 1816 dagteekenend is dat behangsel er niet