JAARVERSLAG VAN DE VEREENIGING
„DIE HAGHE” OVER 1923.
De malaise, welke zich in het afgeloopen jaar in nog
sterker mate heeft doen gevoelen dan in de voorgaande
jaren.is thans ook van invloed geweestopdeVereeniging.
Viel in 1922 nog een kleine stijging van het ledental vast
te stellen, thans moeten wij helaas melding maken van een
sterken teruggang. Tegenover een verlies van 57 leden
staat de toetreding van slechts 33 nieuwe leden en het is te
vreezen dat het volgend jaar nog grooteren achteruitgang
zal brengen, want het is zeer aan twijfel onderhevig of de
66 leden, welke voor 1924 hun lidmaatschap hebben op
gezegd, door een voldoende aantal toetredenden zullen
kunnen worden vervangen. Het behoeft geen betoog dat
de financiën van deze vermindering te lijden hebben. Het
is dan ook alleen te danken aan een zeer zuinig en nauw
gezet beheer, alsmede aan de betrekkelijk geringe kosten,
welke de uitgave van het jaarboek met zich mede bracht,
dat de toestand der geldmiddelen een dragelijk beeld ver
toont. Ook voor het overige is er weinig reden tot tevreden
heid. De laatste lezing van het winterseizoen, welke gewijd
zou zijn aanhetregeeringsjubileum vanH. M. de Koningin,
bleef achterwege, daar het niet mogelijk bleek een bevoegd
spreker hiervoor beschikbaar te vinden. Het aantal uit
stapjes bleef tot één beperkt. Evenwel zal worden getracht
in het volgend jaar de schade in te halen door het houden
van een grooter aantal lezingen en excursies.