-
DE BEHUIZING VAN DE EERSTE KAMER
42
I
van
Kampen en
Koning Willem II
op voorgesteld in uniform,
den troon. Dit schilderij was
aan de Eerste Kamer.
Minister de Kempenaer
den directeur van den stenographischen dienst en eene
voor de stenographen, terwijl er aan beide zijden vóór
de banken der leden stoelen zijn gezet. Aan weerszijden
van die ruimte zijn in drie opgaande rijen vier en twintig
banken geplaatst. Op zeer korten afstand van de laatste
rij bevonden zich gelijkvloers tribunes.
Wat de wanden aangaat werden in vier van de vijf
halfronde bovenvakken van den zuidmuur en in de beide
bovenvakken aan weerszijden van de schoorsteenen
portretten geschilderd in medaillons, welke omgeven
zijn door loofwerk geschilderd in den trant van dat
van de zoldering. Zij stellen voor Johan van Olden-
barneveldt, Adriaan Pauw, Jan de Witt, Gaspar Fagel,
Anthonie Heynsius, Simon van Slingelandt, Laurens
Pieter van de Spiegel en Rutger Jan Schimmelpenninck.
De namen waren opgegeven door Mr. Jacob van Lennep,
wiens raad Minister de Kempenaer had ingewonnen
over de vraag, welke beroemde Nederlandsche Staats
lieden in aanmerking zouden komen om de acht leege
vakken met hunne beeltenis te sieren Volgens Ising,
die ten onrechte Cats in plaats van Pauw noemt, moeten
de portretten worden toegeschreven aan den Haagschen
steden- en decoratieschilder B. J. van Hove.
In de middennis van den muur achter het voorzitters-
gestoelte werd het door J. A. Kruseman Jz. geschilderd,
meer dan levensgroot portret van
geplaatst. De Vorst is er
staande ten voete uit voor
een geschenk van den Koning
Blijkens eene mededeeling van
Het leven van Mr. Jacob van Lennep, door Jhr. Mr M. F.
Lennep, II bl. 19, 2 deelen. Amsterdam bij P. N. van
Zoon, 1909.