DER STATEN-GENERAAL 47 beneden te laten om het benedenvenster schoon te maken. Zoo geschiedde; een beweegbare steiger werd aange schaft en de Haagsche annalen maken geen melding van ongelukken aan de door de ramen klimmende acrobaat-schoonmakers overkomen. Nauwelijks was het vraagstuk van de vensters van de baan, althans tijdelijk, of een ander doemde op. Men herinnert zich, dat de Kamer, in haar beklag over de aanwijzing der zaal voor hare vergaderingen in 1849 ook gewezen had op de ondoelmatige tribunes. Er was slechts één gereserveerde tribune in tweeën gesplitst, waarvan het kleinste gedeelte bestemd was voor het corps diplomatique, terwijl van het andere gedeelte nog eene ruimte werd ingenomen door eene groote kachel, zoodat er slechts plaats was voor een twintigtal per sonen.x) In Januari 1862 beklaagt zich de Huishoudelijke Commissie van de Tweede Kamer bij den Voorzitter der Eerste, dat hare leden geen plaats hebben kunnen vinden op de gereserveerde tribune. Hierop antwoordt de Voorzitter, dat het gebeurde moet worden geweten aan de volkomen ongeschiktheid der localiteit. In den daaropvolgenden winter deelt de Huishoudelijke Com missie der Eerste Kamer aan den Minister mede, dat zij zich voorstelt eene betere inrichting der tribunes te ontwerpen met eene raming van kosten, maar dit zal nalaten, wanneer verwacht mag worden, dat bij de Staatsbegrooting voor het volgend jaar de inrichting Het is moeilijk zich eene juiste voorstelling van de inrichting te maken. Volgens de schriftelijke gegevens waren de tribunes ge lijkvloers. De beide kachels stonden op de tribunes zelve vóór de schoorsteenen, maar op eene verhooging, want zij moesten zakken tot op den beganen vloer der zaal, toen de nieuwe, verhoogde tribunes werden gemaakt. Van de zaal zooals zij in dien tijd was, bestaan geen afbeeldingen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 63