DER STATEN-GENERAAL
57
i
den vleugel
af den Vijver tot
ter beschikking
wel eene wacht- als eene spreekkamer, en moest de
gang daarvoor dienst doen als de Kamer bijeen was.
Voor de Ministers was al evenmin een afzonderlijk
vertrek beschikbaar. Het archief boven de griffie werd
langzamerhand zóó overladen, dat de vloer bedenkelijk
begon door te buigen. De stenographen bleven nog
steeds hun arbeid verrichten in de gaanderij van de
eerste verdieping achter de vergaderzaal, waar eenige
lessenaars voor hen waren geplaatst. Een lokaal voor
de verzending der stukken was er nietdaarvoor diende
ook al genoemde galerij.
Bij de groote vermeerdering van werkzaamheden der
Staten-Generaal, begonnen in de laatste jaren van de
vorige eeuw en steeds voortgaande in 1892 werden
door de expeditie der Eerste Kamer 87.048 stukken be
handeld, in 1920 182.520 deed dit gebrek aan loca-
liteit zich meer drukkend gevoelen. De meermalen ge
geven toezegging van te kunnen beschikken over de
vertrekken onder de vergaderzaal, wat eene practische
en zeer weinig kosten medebrengende oplossing ware
geweest, werd niet gestand gedaan. In 1913 werd
eindelijk de toestand verbeterd. Er was toen aan het
hoofd van het departement van Waterstaat een Minister
Mr. L. H. W. Regout, die lid van de Eerste Kamer was
geweest en met hare nooden bekend. Door verplaatsing
van bureaux van het departement van Justitie uit het
huis van Groen van Prinsterer op den Korten Vijverberg
kon aldaar het Kabinet der Koningin worden gevestigd,
waardoor de bovenverdiepingen van den vleugel van
het oude stadhouderlijk kwartier van
de Stadhouderspoort vrijkwamen en
van de Kamer werden gesteld. De Rijksbouwmeester
D. E. C. Knuttel maakte de plannen op voor eene
verandering in de localiteit welke bij de Huishoudelijke