92 PORTRETTEN EENER HAAGSCHE BURGERFAMILIE
droom en verklaarde, dat dit portret om technische
redenen niet een tinnegieter maar een zilversmid moest
voorstellen. Hierdoor op streek gebracht, meen ik dezen
zilversmid te moeten identificeeren met Hendrik Regen
boog, broeder van den notaris Jacob en eveneens zoon
van het echtpaar Regenboog—de Veth. Dezen Hendrik
hebben wij reeds ontmoet bij den verkoop van het
logement De Zeven Kerken van Rome in 1681 en ik vond
hem herhaaldelijk in openbare acten vermeld. Zoo ver
kocht Sr. Henrick Regenboogh, goutsmith, 22 Februari
1691 een huis en erf aan de oostzijde van de Wagenstraat,
en Henrick Regenbooch, juwelier, 6 Mei 1716 een huis
aan de westzijde van het Spui „Opt Leytsche veer”, dus
in de onmiddellijke nabijheid van het logement, hetwelk
vroeger aan zijne ouders had behoord.
Hendrick Regenboogh voornoemd werd 19 Septem
ber 1677 alhier in ondertrouw opgenomen met Maria
van Asperen, jonge dochter, beiden geboren en wonende
te ’s-Gravenhage. Het huwelijk moet kort daarop zijn
"voltrokken, want 17 Juli 1678 werd in de Groote Kerk
het eerste kind gedoopt, hetwelk naar zijnen grootvader
Barthout werd genoemd. Monsr. Hendrik Regenboogh
werd 20 Februari 1739 overluid, maar van den dood
van zijne vrouw Maria van Asperen heb ik tot dusverre
nog geene aanteekening gevonden.
Waren op deze wijze vijf der zes portretten terecht
gebracht, er restte nog een zevende, t. w. een mans
portret, geschilderd door J. F. Bödeker in 1709. Nu
de andere onbekende portretten naar alle waarschijn
lijkheid tot het geslacht Regenboog waren terug te
brengen, meende ik ook voor dit in die richting te
moeten zoeken. Viel zoodoende allereerst de aandacht
op Barthout Regenboog, den in 1678 geboren zoon
van den zilversmid Hendrik, ook bij voortgezet onder-