98
HET GELDERSCHE GEVAAR TIJDENS
slechts het grafelijk slot met zijn niet
i de in den laatsten tijd sterk ont-
van Rotterdam (ed. 1744), blz. 75. Het Hof van
den beraamden aanslag vernomen had, zond ter-
Rotterdam en Dordrecht, om de magistraten te
Maar thans was ook het Sticht in den strijd gemengd
en hadden de Gelderschen, al naarmate daar hun aan
hang of die van de Bourgondisch-Oostenrijksche politiek
triomfeerde, voor en na een welkome gelegenheid ge
vonden, om dóór het Utrechtsche heen ook Holland te
bestoken. Op Augustijnsavond (27 Augustus) van het
jaar 1507 waren dan ook de Gelderschen langs den
Ouden-Rijn, de eeuwen door de invalspoort van Hol
land, dit kwartier binnengedrongen, hadden geheel de
omgeving geplunderd en Bodegraven verbrand l). Zelfs
Rotterdam was in het plan van den gelukkig slechts
ten deele geslaagden veldtocht opgenomen 2). Maar wat,
indien het geluk den aanvaller ononderbroken gediend
had, het lot van Den Haag zou geweest zijn, is licht
te bevroeden. Immers niet de geringste verdedigings
werken beveiligden het armoedige vlek tegen een vijan-
delijken aanval en slechts het grafelijk slot met zijn niet
op de hoogte van de in den laatsten tijd sterk ont
wikkelde oorlogstactiek gehouden weermiddelen was in
staat gedurende een korten tijd aan een niet te hard
nekkige bestorming weerstand te bieden en een deel
der omwonenden, voorzoover die niet reeds hun heil
in de vlucht hadden gezocht, binnen zijn muren een
min of meer twijfelachtige veiligheid te verschaffen. Wel
had in het najaar van 1508 een korte wapenstilstand
en de daarop gevolgde vrede van Kamerijk goede hoop
gegeven, dat de verschrikkingen van den krijg althans
voor de naaste toekomst zouden uitblijven, doch het
was slechts van korten duur. Vreeselijker dan voorheen
Gouthoeven (ed. 1636), blz. 571.
s) Loys, Kroniek
Holland, dat van
stond boden naar
waarschuwen.