DE REGEERING VAN KAREL V 101 Rekening als voren, fol. 5. een en den Gelderschen” bracht. Weer van heeren Rekenmeesters het be de auditeur Jacob de Jonge veroor- van 25 stuivers aan hij den vijand tot in het Utrechtsche nagezet. Maar nauw had de aanvaller eenige versterking gekregen, of hij keerde zich tegen zijn vervolger. De kansen wisselden en weldra bevond Wassenaar zich als gevan gene in 's vijands handen. Groot was in Den Haag de schrik „up Sinte Steevens- dach 26 Dec.) anno 1512, doe de tydinge van den vangenisse van den heer van Wassenaer gecommen was”. Zoodra mogelijk werden „twee wagenen, die Pieter de bode in der nacht van Eyckenduynen gehaelt hadde”, met de meest belangrijke, in tonnen verpakte archiefstukken beladen, naar Delft getransporteerd en alle voorzorgen tegen een mogelijken inval genomen. En wij stellen ons voor, hoe in een langen trein, in schuiten, wagens, karren en te voet ieder zich repte, om voor zich en het meest kostbaar bezit een veilige schuilplaats te vinden. Gelukkig bleek de bedreiging van Den Haag ijdel en reeds den 29“ December huurde Vincent Dammaszoon, een van de bedrijvige hoofd personen in deze schets, thans nog werkzaam in den bescheiden post van klerk van de Rekenkamer, met den auditeur der Kamer De Jonge een wagen met vier paarden „want de wech zeer nat was te rijden” waarmede „zeeckere papieren” weer uit Delft naar de oude bewaarplaatsen werden teruggebracht 1). Slechts kort duurde de rust. Den 15“ April 1513 was weer geheel Den Haag in beroering, toen i bode het verontruste vlek spoorslags binnenrende „quaede tydinge van gold de eerste zorg langrijke archief en loofde zich terstond eene uitgave

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1925 | | pagina 124