1 DE REGEERING VAN KAREL V. 115 met welk VO. Loys, biz. 77. 2) H. D. R. 2681, fol. 51 3) Sassem, Sassenheim. 4) H. D. R. 2681, fol. 33. weer gesteld en deze aanvallen hadden te succes dit geschiedde. Met buit beladen trok de Geldersche krijgsmacht in de richting van Delft af, stak den 22en Sept, te Delfshaven van wal, wist in de Dordtsche waard nieuwe schatten te verzamelen en bereikte door de Betuwe veilig en wel het Geldersche hoofdkwartier. Niet overal echter gingen de medeplichtigen vrij uit: kort na den inval kwamen een tweetal dienaren van den slotvoogd van het kasteel te Woerden Den Haag binnen met een kapelaan als hun gevangene, die „gebrantscat hadde mitte Gelderschen”.2) Weinig gelukkiger was „een bede laar, genoempt Adriaan, geboeren uyten lande van Gelre uuyt Bomelrewaert, diewelcke eenighe onstuericheden voir den iuyden huysen alhier in den Haige bedreven hadde ende oeck tot Sassenen, 3) zoe men zeideHet brutale heerschap zou voor zijn optreden en tegelijker tijd wellicht voor de zonden zijner landgenooten zwaar boeten: de substituut van den procureur-generaal wist hem den 5en December 1523 te Scheveningen te achterhalen en weldra kon hij in een der donkere giolen van de Gevangenpoort ’s levens wisselingen overpeinzen 4) De aftocht van den vijand had in Holland niet die geruststelling gebracht, welke men aanvankelijk zou verwachten. Het schijnt n.l., dat men een herhaling van het gebeurde vreesde, zoodat de aandacht op de oostgrens voortdurend gevestigd bleef. Toch blijkt het, dat de ballingschap der hooge colleges, althans die van

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1925 | | pagina 138