DE REGEERING VAN KAREL V.
119
Bladz. 586.
krachten op meerdere plaatsen bezig te houden. De
inneming van het kasteel te Lemmer leverde zelfs een
waardevol gijzelaar in handen van de Bourgondische
legermacht, n.l. „Huybert de Cancelier,” die, zegt Gout-
hoeven, „een priester was.”
De rekening van den rentmeester der exploiten geeft
ons betreffende het gebeurde teekenende bijzonderheden.
Den 9en December brachten de „trawanten” van heer
Jan van Wassenaar „saliger gedachten” op de Ge
vangenpoort „een doctoer Hubert van Roshem, can-
cellier des heeren van Gelre in Vrieslandt, die geleydt
worde optie Riddercamere tot vier stuvers sdaechs.”
De aangehoudene werd blijkbaar behandeld met al de
honneurs, aan zijn rang verschuldigd, (het inruimen
van de Ridderkamer en het hooge bedrag, bestemd
voor zijn onderhoud, leggen daarvan getuigenis af) en
daar de kou fel neep, werd hij „overmits die vorst”
den 22en daaraanvolgende naar het St.-Jorisgasthuis te
Delft overgebracht, waar hij acht dagen nauwlettend
bewaakt en opgesloten bleef, maar overigens weer alle
voorkomendheid ontmoette.
Zoo althans was het officieele motief voor zijn over
brenging, maar de ontvanger der exploiten klapte wel
licht uit de school, toen hij mededeelde, „dat die fame
ginck, dat de Gelderschen hoep optie frontieren deser
landen lagen, in meyninghe eenen anslach in dese landen
te doen”, en dat dus de overweging van de veiligheid
voor den geknipten vogel in dezen gegolden had.
Natuurlijk was de Landvoogdes terstond met de
verblijdende aanhouding in kennis gesteld en zij had
het wenschelijk geacht, den onvrijwilligen gijzelaar naar
het kasteel Rupelmonde te doen overbrengen. De pro-