DE REGEERING VAN KAREL V.
123
een der secretarissen van dat college naar Rotterdam
togen, „omme hemluyden aldaer t informeren op zeecke-
ren attellerie, gecoft by eenen scipper van Hamborch,
genoempt Heynrick Hullich, die tot Rotterdam gearri-
veerdt was ende gecommen uuyt Scotland, ten eynde
dat diezelve attellerye niet en zoude mogen commen
in handen van den vianden” ‘)- Welke maatregel tot
dat doel leidde, vertelt het bericht niet, doch het feit
bewijst, dat men in Holland waakzaam bleef.
Toch was de algemeene toestand voor Karel V in
het algemeen gunstig: in de Zuidelijke Nederlanden
had hij den krijg tegen de verbonden tegenstanders
gelukkig gevoerd en ook Gelder scheen naar verademing
te snakken. Begin Juni 1524 kwam het dan ook met
hertog Karei tot een vergelijk, dat voor een jaar stil
stand van wapenen beoogde, welk verdrag blijkens mede-
deeling van den graaf van Hoogstraten, den 19en Juni
1525 ter statenvergadering te Geertruidenberg gedaan,
voor een jaar, en ten slotte door nieuwe bepalingen
tot het einde van 1527 verlengd werd 2).
Voor de kuststreken bleef evenwel gestadige waak
zaamheid dringend noodzakelijk, al had ook het krijgs-
succes van Karel V naar het scheen een beslissende
wending gebracht in den gang van zaken. De befaamde
slag bij Pavia van den 24en Februari 1525 bracht n.l.
voor Frans het noodlottig einde, dat hem tot den vrede
dwong, die in het begin van 1526 overal in den lande,
in vele havensteden onder feestelijkheden en illuminatie,
werd afgekondigd 3). Doch nauwelijks op vrije voeten,
wist de Fransche koning door nieuwe verdragen zich
een krachtigen aanhang te verwerven. Die houding
H. D. R„ 2682, fol. 40.
Resolutiën Staten van Holland.
3) Vellus, Kroniek van Hoorn (Hoorn, 1648), blz. 124, 126.