7 A. J. SER VAAS VAN ROOYEN 1839—1925 5 bruik gemaakt. In meer dan vijf en dertig verschillende tijdschriften deed hij tallooze artikelen verschijnen, samen ver over de 200. Slechts enkele waren van zuiver belle- tristischen aard, eenmaal was het zelfs een gedicht, maar verre de meerderheid handelde over de historie onzer stad. In het Dagblad van 's Gravenhage en Zuid-Holland heeft hij jaren lang als A-z over oud den Haag ge schreven in de Hofstad heeft hij gedurende vijf jaren onder het pseudoniem Yen hetzelfde gedaan. Het is te betreuren, dat hij in deze stukjes steeds heeft nagelaten zijn bronnen te noemen, want telkens weer treft het den onderzoeker van tegenwoordig hoeveel bijzonder heden hij heeft opgegraven uit de archiefstukken, die hij intusschen gruwel voor een archivaris zich niet heeft ontzien van tijd tot tijd met kantteekeningen en opschriften in inkt te ontsieren. Waar Servaas van Rooyen sedert 1887 alle Haagsche historische verzamelingen beheerde en er veel behagen in schepte uit deze verzamelingen voor geschiedkundige artikelen te putten, is het niet vreemd, dat hij het initiatief nam tot het uitgeven van een Haagsch Jaarboekje, dat uitsluitend Haagsche geschiedkundige onderwerpen zou behandelen. In 1889 verscheen het eerste deeltje onder zijn redactie bij den uitgever W. Cremer „Óp deze wijze zal dan een serie ontstaan, waarin bouwstoffen zullen worden vergaard voor een nieuwen de Riemer” zegt hij in het voorwoord. En inderdaad, de uitgave wordt nog steeds voortgezet. Nadat bij de uitgevers Cremer Co. in 1890 en 1891 een 2e en 3e jaarboekje was uitgekomen, was het 4e jaarboek voor 1892 het orgaan geworden der inmiddels opgerichte vereeniging „die Haghe” Het verscheen bij Mouton Co., die sedert alle uitgaven onzer vereeniging hebben verzorgd. „Die Haghe” werd op 30 September 1890 gesticht;

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1925 | | pagina 14