zorgen van mr. Jan Maris, „scoelmeester” en boekbinder te Delft, die den 26eQ Augustus 1528 15 stuivers ont ving „van verbonden ende uutgeperst te hebben t witte ruyge registre, beginnende prima October anno 26, dat by den overval van den Hage beroeft ende gerampo- neert es geweest ende by de vyanden in t watere upte Spoye in den Hage geworpen es geweest” J). Toch was er meer waardevols te halen geweest dan deze voor het ruwe element zoo weinig belangwekkende archiefstukken. „De een helft van den knechten”, zoo vult Gouthoeven het verhaal van Van Mijnden aan, „bewaerden de schuyten ende d ander helft trock in den Haghe. De knechten gingen doen spoliëren ende rooven ende gekregen daer groot goet, dat sy al in de schuyten brachten; ende sy vinghen al, die sy vonden. Daernae rantsoenden sy de plaetse met brant- DE REGEERING VAN KAREL V. 137 Aldaar, fol. 32. De pogingen, cm het register te herstellen en houdbaar te maken, schenen volgens het oordeel van de heeren niet in alle opzichten bevredigend. Den 15en April 1529 werden Cornells Thielmansz. zeven Carolusguldens uitbetaald „voor 31 quaternen franchijns, in der Camere by hem gelevert. omme te vernyeuwen t witte ruyge registere, overmits dat t zelve in tyde, dat de Geldersschen den Hage overvyelen, mit anderen registeren van der Cameren in watere up t Spoeye geworpen es geweest ende uuyt saeke van dien in t gescrift tot veel plaetsen vergaen ende nyet wel leeselyck ende in toecomende tyden meer vergaen ende qualicken te lesen sal wesen. (B. v. B. rekening 152932, fol. 28.) Daarna trok Symon Vranckez v/d Does, klerk van den ontvanger Vincent Dammasz, aan den arbeid „omme van nyeux’’ te copieeren „in franchyne t witte ruyge registere" (fol. 34), waarna den 28en Sept, de rekening werd voldaan van den boekbinder aan de Plaats „voor t binden ende een ruige witte couvertorie gelevert tottet nyeuwe witte ruyge registre, dat onlancxs verscreven es", (fol. 30 vo). Het hierbedoelde deel is nog steeds in de toen vervaardigde wit behaarde „couver torie” aanwezig en neemt zijn plaats in naast het origineel, waaraan de sporen van het water nog steeds herinneren aan den overval, die Den Haag voor vier eeuwen trof.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1925 | | pagina 160