DE REGEERING VAN KAREL V. 143 was verslapt Pelsrok? 2) Groenoo en oe wisselden nl. veelvuldig af. 3) Keurslijf. 4) Hof 5648. Vonnis 30 Mei 1528, no. 195. 5) Bruin, de zoon van Neeltgen Cornelisdochter. 6) Dienstmaagd. 7) Beurs. Deze werd oudtijds aan een gordel om het lichaam ge dragen. 8) H. D. R. 2686, fol. 24. scheiding in het algemeen, maar hier wellicht een maat regel, door gebrek aan ruimte geboden. „Uuyt die vangenisse gelaten zijnde”, trok hij met de aanvallers in broederlijke harmonie op roof uit, wist beslag te leggen op „eenen palsrock 4) ende zekere groon 2) laken, sommige inwoenders van den Haege toebehoerende, t welcfc hy vandaen gedraegen heeft’’, terwijl hij als liefhebbend echtgenoot zijn vrouw met „een paerschen koers” 3) verraste 4). Maar ook onder de Hagenaars zelf waren er, die de komst van de Gelderschen en de daaruit voortspruitende verwarring beschouwden als een gelukkige omstandig heid, teneinde zich zonder veel opzien onder de plun deraars te mengen en hun slag te slaan. Zoo was Bruyn Neeltgen Cornelis 5), een voldersknaap, in gezelschap van Jutte, het „jonckwyf” 6) van heer Pieter Roeltgen, met eenige Geldersche ruiters door het Westeinde naar Eikenduinen getrokken en had er „de huysvrouw van Jan van Barry, die jouffrou Van der Loo ende andere” ontmoet, die hij van „hoer goet ende geit” beroofde, daarbij „haer borssen” 7) afgesneden en ten slotte den buit aan de Gelderschen geleverd had s). Het was, of plotseling, nu het toezicht of zelfs althans gedurende den eersten tijd, toen het Hof te Delft resideerde en ieder, wien het slechts

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1925 | | pagina 166