mogelijk was, ook daarheen een goed heenkomen zocht geheel ontbrak, een als bij tooverslag opgekomen verwildering was ingetreden, waarbij „eenen Frans Croe- sinck een vrouwepersoen, genaemt Hillegont, zeer deer- licke gequest ende meer insolvenciën met haer ende andere vrouwen bedreven heeft” 1). Zoo was er meer geschied, dat bezwaarlijk door den beugel kon, maar dat later, toen langzamerhand de toestand zich herstelde, streng gewroken werd. Het is eigenaardig en zelfs in verband met de repu tatie van Maarten van Rossem, min of meer onverklaar baar dat van moord of brandstichting in Den Haag niets vernomen wordt. Aan de taaie legende, dat o.a. de Groote Kerk door de plunderaars in de asch zou ge legd zijn, heeft de heer Van Zuiden voor het eerst getracht een einde te maken2), terwijl ook de rookwolken, op de bekende plaat van Fokke zichtbaar, wel het product zullen zijn van de fantasie van den graveur, hoezeer ook overigens de topografische juistheid van de prent in het algemeen het copieeren naar een ouder specimen verraadt 3). Toch was het niet te verwachten, dat een ruwe bende als die van den Gelderschen maarschalk met stelselmatige zorg iedere vernieling zou trachten te voorkomen. In HET GELDERSCHE GEVAAR TIJDENS 144 Aldaar, fol. 24 vo. B. en M. van „Die Haghe”, jaarg. 1911. Wel brachten zij aan die kerk een bezoek en braken er in het kantoor van de weesmeesters kasten en kisten open, waaruit zij vele kostbaarheden en geld roofden. (Zie van Zuiden, bijlage IV. blz. 149). 3) Een topografische pendant van onze gravure bevindt zich op het Gemeentemuseum. De raadselachtige poort, waaraan op het Bin nenhof een plaats is ingeruimd met het front naar de zijde van het Buitenhof, vindt ook daar haar wedergade in een gekoepeld bouw werk, dat Dr. Van Gelder op de tentoonstelling van 1925 ook niet nader wist te definieeren.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1925 | | pagina 167