den vijand te lijden gehad en de heeren van de Reken kamer te Delft, „tsamen ten bureele vergadert wesende”, kenden hem den 7en Mei een tegemoetkoming toe, teneinde hem „wat te secouvreren in t verlies ende schade, by hem gehadt by den overval van denHaghe” Van het lot der raden en rekenmeesters rept onze rekening niet, maar dat de heeren, gehaat als zij waren, boven en behalve de plundering en brandschatting nog den hoon van het soldatenvolk te verduren hadden, bleek bij de terugkomst der ruwe bende binnen Utrecht, waar deze wonderlijk uitgedost aankwam, „draghende die advocaten ende prockeruers ende raetsheeren haren tabberden” 2). Van de rekenmeesters van Holland was inzonderheid Jacob de Jonge in hooge mate door den inval gedu peerd. In Februari 1514 n.l. had hij een zegel doen vervaardigen, „t welck hy gebruyct heeft, somtijts als leenman gebeden wesende, somtijds over huwelicxe voerwaerden van zyne vrinden ende oeck somtijts in ’t verlyen van zekere kleyne leenen, die van .3) gehouden werden, sonder dat hy oyt zijn leven eenige brieven van obligacie ofte schultbrieven daermede be- segelt heeft, sijn persoen beroerende ende dat hy t selfde zegel in der manieren voerseyt gebruyct heeft totten selven dach in Maerte anno 1527 nae den loop s Hoofs van Hollant, 4) ten welcken tyde die vianden HET GELDERSCHE GEVAAR TIJDENS 146 B. v. B., rekening alsvoren, fol. 34 vo. 2) Van Mijnden, blz. 33. 3) Hier schijnen een of meer woorden te zijn uitgevallen. 4) In tegenstelling met het volksgebruik en ook in afwijking met de gewoonte van den Haagschen magistraat, die met 1 Januari het nieuwe jaar begon, had de jaarwisseling bij Hof en Rekenkamer plaats met Paschen. Toch ondergingen ook deze colleges den in vloed van het burgerlijk gebruik. In het „Bouck van den behouften”

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1925 | | pagina 170