DE REGEERING VAN KAREL V. 155 Maart nog een lading archi- B. v. B., rekening 1529 10 Mrt 1531, fol. 25 en 25 vo. 2) Archief Rekenkamer, charter no. 300. wijl een schipper den 31 en valia o verbrachtx). De beraadslagingen van de Staten van den 31 en Maart nu schijnen bij de Kamer nog het inzicht te hebben versterkt, dat het wenschelijk was, voorloopig haar zetel te Delft te houden. Dus wendden de rekenmeesters zich bij een op dien dag gedateerd schrijven tot de landvoogdes, waarin zij melding maakten van den inval der vijanden in Den Haag en de groote gevaren, waaraan de archie ven hadden blootgestaan. Deze overweging, zoo ging het schrijven verder, had de Kamer ertoe gebracht het oordeel van den stadhouder in te winnen met betrekking tot de veiligheid der archieven en deze had in overweging gegeven er bij de regeering op aan te dringen, dat althans de meest belangrijke stukken zouden worden overgebracht naar een daartoe aangewezen toren van het kasteel te Gouda, terwijl de loopende rekeningen zouden achter blijven in St. Aagten, waar men zich had voorgesteld voorloopig de werkzaamheden voort te zetten. Het antwoord, den 13en April door den Raad van Financiën uit Mechelen verzonden, was hoe kon het anders bevredigend. Een betuiging van deelneming in het lot, dat Den Haag had getroffen, werd gevolgd door de mededeeling, dat zoowel de landvoogdes als haar Raad, blijkbaar ingelicht door den stadhouder, die juist ten hove was weergekeerd, met den voorgestelden maat regel instemden, zoodat „madame” machtiging gaf de bewuste archiefstukken naar het kasteel te Gouda over te brengen op de wijze, zooals de Kamer geadviseerd had en bovendien de vrijheid verleende, voorloopig de werkzaamheden in Sint-Aagten voort te zetten2). Toen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1925 | | pagina 179