DE REGEERING VAN KAREL V.
173
B. V. B., rekening 1529 1531, fol. 5 vo. Echter werden nog
in November de tijdelijk in Den Haag gebruikte rekeningen weer te
Delft teruggebracht. (Aldaar, fol. 39).
H. D. R. 2686, fol. 25 vo.
3) H.D.R. 2686, fol. 34.
4) B. v. B. aldaar, fol. 10 vo.
zy tot diversche stonden geoccupeert zijn geweest tot
de oepeninge van de deure van den inganck van t zelve
doester” 1).
Toen deze meer huishoudelijke aangelegenheden waren
afgehandeld, kregen de gevangenen een beurt. Den
10en October toch werd den substituut met een viertal
dienaars van den procureur-generaal betaling gedaan,
omdat hij „gehaelt ende gebrocht heeft uuyter stede
van Delft Cristiaan ende Jan Gerytszoon, gebroeders,
van Naerden, die aldaer gevangen laghen, alhier in den
Haghe, alzoe t Hof overmits den pays van daen ver-
trocken was wederomme in den Haghe” 2). En ten slotte
werden ook Jan de Heuyter, den Delftschen schout,
de gedane uitgaven vergoed „van oncosten ende ver
teerde costen van gevangens ten tyden als mijn heeren
van den Raede tot Delft geweecken waeren om den
oerloge van Gelre ende voor t recht van zijn dienaers
van de gevangens t eeten op ende of te brengen” 3).
Reeds enkele weken te voren, toen de val van Utrecht
aanstaande scheen, waren voor de naderende vestiging
van de Hollandsche colleges op het Binnenhof reeds
maatregelen getroffen ten aanzien van de berging der
meegevoerde archivalia, voorzoover die in aanmerking
kwamen weer de oude plaatsen in te nemen. Midden
Juni had men den kelder schoongemaakt, „daerinne te
woenen plach Jan Broersz boedel in der capelle te
Hove, daer de kisten ende koffers van de Cameren
staen ende deselve geschickt ende in ordene gestelt” 4),