HET GELDERSCHE GEVAAR TIJDENS 176 beluiding den Hage den Haghe en vrijdom van plaatselijke accijns toe- 20 stuivers kende Nog verscheidene jaren heeft het laatstbedoelde voor recht de kas van den stedelijken tresorier beïnvloed en sedert geeft zijn rekening, nadat de oudste gijzelaars waren gestorven, een post als deze: „Meester Aernt Huygez(oen) tien scellingen grooten Vlaems over een jaar renten, verscenen op zijn lijf Drieconingenavond anno 71 stilo communi, hem als ostagier van toegevoucht, vandat hy van de brantschat van gevanghen gelegen heeft gehadt in Gelderland in den jaere 1528 3 2). Hoogbejaard stierf deze laatste der begiftigden, die sedert als schepen, vroedschap en burgemeester deel van het plaatselijk bestuur had uitgemaakt. Den 13«n October 1582 werd hij in de Groote Kerk grafwaarts gedragen. De kerkmeestersrekening vermeldt in dat ver band een paar merkwaardige posten „Den 13en (October 1582)voorsz. vyer posen3) mr. Arent Huygensz, schepen ende leste ostagier van vier in Gelre- lant anno 1528.” 4) en: „Voer t graf van mr. Arent Huygensz, schepen ende leste ostagier van den Haghe in Gelrelant anno 1528.” 5) En dus was weer een schakel, die het verleden aan ’t heden bond, verbroken. Een enkel feit echter, zij het dan ook als historische Gem. Archief, Papieren register, fol. 9. 2) Tresoriersrekening (R.A. H. D. R. 2415) fol. 19 vo. In tegen stelling van het pond Hollandsch, waar de schelling ’/ao) op een stuiver berekend werd, gold die bij het pond Vlaamsch 6 stuivers. 3) Hoelang een dergelijke „poze" duurde, is mij uit de rekeningen nimmer gebleken. De notitie bedoelt echter den tijd van beluiding aan te geven. 4) Wildeman, Wapenheraut VI (1902), blz. 401. 5) Aldaar, blz. 405.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1925 | | pagina 200