rijk na het kortstondig bestand opnieuw de vijandelijk heden begonnen en in 1543 had hij een inval in de Zuidelijke Nederlanden ondernomen, zooals die reeds het vorig jaar door Maarten van Rossum was ingezet. En terwijl de Oostenrijksche strijdmacht in het zuiden werd beziggehouden, wendde de gevreesde Geldersche veld heer zich in Juli 1543 tegen het Sticht, waar hij den 6den dier maand de stad Amersfoort bezette.1) Van daar wendde hij zich zuidwaarts, plunderde de Meierij van den Bosch en legde een deel van Brabant in de asch. Het blijkt, dat deze berichten andermaal Den Haag in opwinding brachten. De beteekenis, die het nieuw aangehechte gebied als buffer voor de oostgrens bij matige bezetting zou hebben, bleek eenigszins overschat en deze overweging had den Haagschen regeerings- colleges den schrik om 't hart doen slaan. Terstond had dus een van de rekenmeesters de reis naar Dordrecht aanvaard, om de plaats te inspecteeren, „bequaem om de papieren deser Camere, waer t noet, aldaer te vluchten naervolgende t scriven van de Co(ninginne)” 2), waarna zonder verder verwijl order werd gegeven tot het maken van een viertal groote manden, ,,omme dairinne te packen de rekeningen ende papieren van de Rekencamere, is tnoet”8) en van „thien guede pack- tonnen mit eycken banden ende decxelen,omme als t noot is dairinne te packen die brieven ende rekeningen ende andere munimenten van de Camere”1), die door Andries den smid stevig beslagen werden,5) terwijl een DE REGEERING VAN KAREL V. 181 Aldaar, blz. 247. 2) B. v. B., rekening 1541 43, fol. 16. Bedoeld is de landvoogdes Maria, weduwe van koning Lodewijk II van Hongarije. 3) B.v.B., rek. 1541-43, fol. 12 vo. 4) Aldaar, fol. 13. 5) Aldaar, fol. 13 vo.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1925 | | pagina 205