CHARLES SULPICE FLAMENT
DOOR
Dr. A. HENSEN.
1j Jaarb. Die Haghe 1905, 256.
2) III, koi. 403-405.
3) Fonds de la Secretaire d'Etat, AF, IV, 181415 enAF,
IV, 1728.
Reeds in 1905 hield ons Jaarboekje1) zich bezig met
dezen eersten in de rij der beheerders van de Konink
lijke bibliotheek, en ook het Nieuw-Nederl. Biogt.
Woordenboek 2) heeft ruim een gansche kolom aan
hem gewijd. Wanneer wij ons niettemin veroorloven
hier nogmaals op dezen verdienstelijken man terug te
komen, geschiedt dat, wijl door ons eenige gegevens
kunnen verschaft worden, welke aan zijn biograaf onbe
kend waren en de persoonlijkheid van Flament nader
toelichten. Die bizonderheden zijn ontleend vooreerst aan
de papieren van koning Lodewijk, welke na diens over
haast vertrek uit Haarlem in den nacht van 2 op 3 Juli
op bevel van Napoleon werden geconfisceerd, en thans
in de Archives générales van Parijs berusten 3).
In 1809, toen door Flament de brief werd geschreven,
waarvan wij zoo aanstonds den inhoud gedeeltelijk
zullen mededeelen, was de Koninklijke bibliotheek sinds
een paar jaren opgeborgen het woord is met opzet
gekozen in de bovenvertrekken van het Mauritshuis.
Daar had hij tot nog toe gewoond in een vertrek onder