CHARLES SULPICE FLAMENT. 192 afgebeeld, zittend in zijn armstoel, en wel als „Inspecteur des Académies”, waartoe hij in 1812 door Napoleon was benoemd. Het keizerlijk decreet van 18 Juli 1809 had voor deze inspecteurs als officieele kleeding voor geschreven „Simarre et robe de soie noireceinture „violette; glands de soie a la ceinture; chausse violette, „herminée de huit centimetres; un seul galon a la toque noire; cravatte de battiste; palmes en argent.” Zijn borst siert het ridderkruis van den Nederlandschen leeuw. Van meer belang nog zijn de drie boeken, welke nevens hem op een tafeltje liggen, met een Oostersch tapijt overdekt, alsook het vierde boek, dat hij in de hand heeft. Dr. Molhuysen heeft ze alle vier kunnen identiflceerendrie ervan zal ik „de visu” nader be schrijven, gelijk ze mij op de Koninklijke bibliotheek werden vertoond. Onderop ligt een foliant, in bruin leder gebonden, het is één der Deelen van de „Histoires Troy- ennes” (zie: Fr. Winckler, Repert. f. Kunstw. [1911] blz. 231). Daarboven een zwarte boekband voorzien van gouden klampen, waarop de naam vanBalduino Hier, regi d. i. Boudewijn, den eersten koning van Jeruzalem, „en relief” staat te lezen. Die klampen, en ook de gouden aanzetsels, het Jeruzalemsche wapen vertoonende, hebben voorheen, maar reeds lang geleden, voor een ander h. s. gediendde boekband, waarop ze thans zijn aangebracht, bevat een verlucht Getijdenboek, uit Hene gouwen afkomstig, en omstreeks de helft der vijftiende eeuw geschreven (Cat. cod. mss. Bibl. Regiae I, 76, G 21). Boven op het stapeltje ligt: „Hl. Ludovicus filius regis.” Dat boek is helaas sinds meer dan een kwart eeuw geleden uit de Haagsche bibliotheek verdwenen. Met behulp van een geschreven catalogus betreffende de collectie „Lupus”, eveneens op de Koninklijke bibliotheek voorhanden, kunnen wij het h. s. echter nader aangeven.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1925 | | pagina 216