PHYSIOLOGIE VAN DEN HAAG
DOOR
P. L. VAN ECK Jr.
Vicaire, Manuel de I’amateur de livres du XIXe siècle ver
meldt er 'n kleine 200.
In de jaren 1840 tot 1845 verschenen te Parijs ’n
groot aantal duodecimo’tjes van ongeveer 120160
bladzijden, voor ’t merendeel, zo niet alle, geïllustreerd
waarin alle mogelike beroepen en alle mogelike tiepen
en allerlei zaken uit ’t dagelikse leven tot in allerlei
biezonderheden, hekelend, ieronies, soms geestig, meest
al onderhoudend, werden gekarakteriezeerd. ’t Was 'n
ware rage, ’n manie, ’t Leek wel ’n besmettelike ziekte.
Wie dit spelletje begonnen is, weet ik niet. Maar hij
zal misschien ogenblikken hebben gehad, dat hij wenste
de geesten te kunnen bezweren die hij onbewust had
opgeroepen.
De hier bedoelde geschriftjes zijn bekend onder de
naam Physiologies. Behoren ze tot de franse literatuur?
Ik heb er ’n groot aantal doorgeneusd, maar wil eerlik
bekennen, niet de moed gehad te hebben, ’n enigzins
belangrijk aantal ervan te lezen. De gestelde vraag kan
ik dus niet pertinent beantwoorden. Blijkbaar worden
ze in Frankrijk zelf niet tot de literatuur gerekend:
aan geraadpleegde deskundigen (Nederlanders) was geen
studie of monografie over deze Physiologies bekend;
zelfs wist men niet eens altijd van ’t bestaan van dit
genre af. Larousse in z’n Grand dictionn. univ. du XlXe
siècle noemt ze „études de moeurs.” We zullen ze dus,