206 PHYSIOLOGIE VAN DEN HAAG. b. er de lezeres wel meedelen, uit contra- ’t hebben gekocht: „terwijl de heer Ik heb niet kunnen ontdekken of J. werkelik noch eens op ’n kantoor is geweestz'n levensbeschrijving in de Handelingen van de Kon Ak. van Wetensch. zwijgt ervan. ons moeilik voorstellen dat ’t al bijna ’n eeuw oud is; ’t doet meer aan als moderne journalistiek, zo iets als v. sommige korrespondenten in onze grote pers ons te lezen geven, ’t Leek me dan ook wel waard, er nu noch wat aandacht voor te vragen. Behalve om ’t boekje zelf, ook om ’t beeld van ’t Haagje van die dagen, dat we er uit zien, bekeken dan door de bril van ’n soms wel eens wat cyniese spotteren ook, om de wijze waarop tijdgenoten erop reageerden. Alles te samen, waarlik ’n „étude de moeurs.” In ’t eerste hoofdstuk vertelt de auteur hoe hij toe kwam, 't boekje te schrijven. Hij wil dit aan nieuwsgierige lezer en beleefdheid dat ze Fuhri, zoo wel als ik” 'n beleefde buiging daarbij maken, die betekent„bij gelegenheid als-je-blieft, verzoeke gunst en recommandatie”. „Ik schrijf, lezer, omdat mijne positie zulks meêbrengt. Waan daarom evenwel niet dat ik een geleerde ben of ten minste lid van het Koninklijk Insti tuut”. In dit laatste geval toch zou hij, naar de ge woonte van die instelling, stellig niets uitgeven want de verschillende klassen daarvan slapen bijna van de oprichting af. „Wanneer ik van mijne positie spreek dan wil ik daarmede alleen zeggen dat ik, even als de vertaler van Sternes Sentimenteele reis, over dag in kantoorzaken sloof, of althans mijn dag op een bureau doorbreng” Hier volgt de onvermijdelike ook de franse Physiologie de 1'employé van Balzac heeft ’t er natuurlik over steek op ’t zich-niet-dood-werken van de amtenaren op onze ministerieële buro’s. De een

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1925 | | pagina 233