LIGT LUGDUNUM BATAVORUM ONDER 14 opdrachten, Voorburg A XIII, Alg. Rijks-Arch. Protocol van no. 1, fol. 33. Ging men naar Voorburg, dan volgde men meestal de Ruigkade tot even voorbij den Binkhorst, sloeg dan links af naar de Binkhorstlaan en volgde deze tot aan den Achterweg. Of ook liep men door tot aan de Broeksloot om deze te volgen tot aan de Binkhorstlaan. Wat de verdere grens betreft tusschen Rijswijk en Voorburg, zoo kan men daarvoor o.m. verwijzen naar den Nederlandschen Stad- en Dorpsbeschrijver, die bij het dorp Rijswijk vertelt, dat Cromvliet aan de scheiding van Rijswijk en Voorburg lag en dat de tuinmanswoning met een gedeelte dier buitenplaats op de scheiding lagen. Evenzoo zegt ons de resolutie van de Staten van Holland en Westvriesland d.d. 17 Juni 1763, dat „Cromvliet c.a. liggende (is) aan de Geestbrugge, onder de ambagte van Rijswijk en Voorburg”. In het Jaarboekje van die Haghe 1889 bl. 100 lezen we in een opstel van J. G. Frederiks over Leeuwendaal bij Rijswijk, dat de sloot achter de huizen aan de Geest brug de grens was tusschen Rijswijk en Voorburg ten zuiden van den Geestbrugweg en hetzelfde vinden wij in het Jaarboekje van die Haghe 1903 blz. 261 en vlg. Voor we nu speciaal de grens, zooals ze over Crom vliet liep, nader uit allerlei officiëele acten zullen trachten af te leiden volge nog, voor wat betreft de grens ten zuiden van den Geestbrugweg een koopacte van 1 Dec. 1593 9> waarin wordt gesproken van „25 morgen honderd 76 roeden lants gelegen in den ambachte van Rijswijck ende Voorburch, belent zijnde int viercant ten W. Joncker Adam van der Duyn, ten N. de bredewech van de seven huyskens, ten O. die kade bij de Haechsevaart”. Waar toen ter tijde Adam van der Duyn eigenaar was van

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1925 | | pagina 24