PHYSIOLOGIE VAN DEN HAAG.
224
Verwezen wordt
I
’t adres
dat, als
en
naar de Phys. du poête.
't Prijzen van ’t franse toneelgezelschap wordt als
anti-nationaal veroordeeld; zo ook de afkeurende krie-
tiek op de Hollandse tonelisten. De schrijver van ’t
Laatste hoofdstuk „veracht” dit schrijven; spreekt van
laag en laf; rekent z’n tegenpartij „tot het laagste aller
wezens”.
Met verontwaardiging wordt gesproken over 't af-
van de letterkundige genootschappen; en waar
van plagiaat aan mekaar
voor dit gedeelte in ’t
breken
gezegd wordt dat de Phys.
hangt, geldt deze beschuldiging
biezonder. x).
De soirée zal wel 'n fiktie zijn; want als ’t ’n be
schrijving was van ’n werkelik bijgewoonde soirée
„zoo als ik van ter zijde gehoord heb” dan was de
schrijver ’n motichatd, had z’n aanvaller bijna gezegd.
Deze „gruwde” ervan dat in de Phys. aan
van de restaurateur Schlosser geschreven was
deze niet wilde zorgen voor ’n zindeliker inrichting
beter bediening, iedere dag „de dag des oordeels” voor
hem mocht zijn aangebroken. En de auteur krijgt dan
ten slotte dit noch te slikken„Zie, al ware het alleen
om die spotternij en om de meerdere verdraaide regelen
die gij, uit het Heilige Boek Gods, overnaamt en waar
mede gij zoo ligtzinnig omspringt; al ware het alleen
om die reden zal de Physiologie u, uw geheele leven
dóór ten schrikgestalte blijven en als eenmaal de oogen-
blik aanbreekt, dat gij zult moeten verschijnen voor
den troon van den Almagtigen, zal uw knagend ge
weten u nog folteren over de begane schanddaad en
van nageslacht tot nageslacht, zal men u blijven be
schouwen, als een der verdervers, een der verpesters
van onze eeuw”.