PHYSIOLOGIE VAN DEN HAAG. 226 de Physi- de Pastor het tooneel, denk ik bij de zoete woorden waarmede hij de goede weduwe bejegent: Om de liefde van de smeer Lekt de kat de kandeleer. Men vergeve mij deze beschrijving van fido, want hij was de hoofdpersoon van dat mij bij mijn binnentreden trof”. Allen waren hevig ontdaanen op z'n vraag naar de oorzaak, liet nicht de Physiologic van den Haag zien. Maar hij zei niet te begrijpen, welk verband er kon bestaan tussen „dit geestig geschreven werkje’’ en de ontroering van ’t hele gezelschap. En nu ontstond er natuurlijk ’n debat over ologiewaarbij de Buitenman o.a. dit als z’n gevoelen uitte„Mijne eenigste aanmerking was deze, dat de talentvolle schrijver niet heeft begrepen, dat men in den Haag te veel „petite ville” is, om zich niet te ergeren aan eene beschrijving, waar zoo vele origineelen te vinden zijn voor ieder portret. Ik zoude het dus den schrijver hebben afgeraden, zoodanig werk te leveren aan een publiek, dat voor zulke werken nog niet rijp is.” Onze dominee zal nu bewijzen van z’n vernietigend oordeel gevenen de Buitenman stelt zijn mening daar tegenover waarbij nu-en-dan ook de dames ’n duit in ’t zakje doen. En worden drie beschuldigingen geuitle. zou’t zon digen tegen de godsdienst2e. zou ’t zedeloos zijn 3e. zou er „geen greintje aestetica” in zitten. Dit laatste, merkt de Buitenman al vast op, hoeft ook nietwant ’t is maar „losjes en luchtig daarhenen geworpen”. In ’n briefwisseling tussen nicht Goedig en de Bui tenman komt deze uitvoeriger op ’t twede en derde punt terug. Vooraf zegt hij van deze brief dat „die de beschouwingen inhoudt van een’ man, die niet meer in

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1925 | | pagina 253