PHYSIOLOGIE VAN DEN HAAG.
231
Overigens kunnen we ons begrijpen dat onze schrij ver in
z’n wiek geschoten is. En hij zal nu de Buitenman beant
woorden. Deze had ’tover deanoniemieteit,maar verborg
zelf ook z’n naam. Had hij die genoemd, dan zou de schrij
ver ’t ook gedaan hebben. Hij komt nu tot z’n verdedi
ging die met veel aanhalingen uit Bilderdijk doorspekt is.
't Schrijven van de Buitenman is „een flaauw,
ongerijmd zamenweefsel van uit de lucht gegrepene
woorden, waarmede geen enkele onbevooroordeelde
mensch, het eens zal kunnen worden, en, ofschoon niet
de minste aanspraak makende op eenige letterkundige
verdienste, hoe ook genaamd, zoude ik het zelfs beneden
mij geacht hebben, op de daarin vervatte beleedigingen
te antwoorden, wanneer ik door stilzwijgen den schijn
niet op mij laadde, als of ik de waarheid der daarin
vervatte verdediging gevoelde. Ook thans nog ver
berg ik daarbij mijnen naam, tot dat de tijd zal komen,
waarop èn de schrijver der Physiologic èn die wakkere
Buitenman hunne anonymiteit zullen verbreken; even
als zij, zal ik mij dan noemen, al ware hunne namen
vergezeld van de titels van Dokter in de Letteren of
Lid van de Staten-Generaal
Natuurlik kan hij ook nu 't schelden en insinueren
niet nalaten, en zegt o.a. tot de Buitenman„nu ge
mijn onschuldig schrijven zoo jammerlijk havent en uit
krijt, alsof ik door eenen verkeerden bril gekeken had,
nu moet ik eens ernstig met u redekavelen. Want wat
gij te mijnen laste, onder een elfuurtje aan een paar
oude matrones hebt opgekakeld, valt mij bitter moeijelijk
te slikken ik wil u de zaak eens helder uitleggen
immers gij schijnt te dom te zijn om haar te begrijpen,
of liever uit kamaradie niet te willen begrijpen het
geen trouwens eene verduivelde vlek op uwe zedelijke
gevoelens zoude werpen”.