DE DUINEN BIJ ’S-GRAVENHAGE?
15
j
Jaarboekje die Haghe 1889 bl. 100.
2) Gem.-Arcb. ’s-Gr. not. 2250.
Alg. Rijks-Arch. Rijswijk Reg. 24 fol. 38 vs.
Leeuwendaalliep de grens tusschen Voorburg en Rijs
wijk dus ten zuiden van den bredewech (ook wel sant-
wech Geestbrugweg) tusschen Leeuwendaal en den
Trek vliet in.
Maar bezien we nu de grens, zooals die over Cromvliet
liep, wat nader! Hoe heeft die grens geloopen? In het
algemeen zouden wij haar richting kunnen aangeven,
nu we weten, dat zij de Ruigkade moet verbinden met
de sloot, die tusschen Leeuwendaal en Trekvliet in, den
Geestbrugweg verbond met den Vliet Zij moet dus min
of meer vlak bij den Haagschen Trekvliet hebben ge
legen, loopend van de „seven huyskens” aan den Geest
brugweg naar de Broeksloot toe.
Gaan we nu de overdracht na van 1751 van Cromvliet
door C. P. baron van Leyden aan H. P. G. baron Wecke,
dan vinden wij deze veronderstelling bevestigd. Dan lezen
wij in de koopacte gepasseerd voor notaris L. Bylandt
te ’s-Gravenhage 17 Maart 1751,2) dat het geheel van
Cromvliet ligt in de ambachten van Voorburg en Rijs
wijk, begrensd ten O. de Trekvaart, ten Z. de Zandweg.
Voor het gerecht van Rijswijk wordt de overdracht
van het Rijswijksche gedeelte gepasseerd. 3) In die acte
heet het: „een hofstede, genaamt Cromvliet, met des-
zelfs heeren huysinge, boere en tuynmanswoningen,
tuynen etc. alles staande en geleegen annex de andere
aan de Geestbrugge onder dese jurisdictie van Rijswijck,
belent ten Oosten de Trekvaart en den kooper met
seecker stuk land groot een merge twee hondert roeden
onder de jurisdictie van Voorburg, ten zuiden de
sandweg”, etc.